Een beginnersgids voor de reisfotograaf die de basis wil begrijpen. We hebben namelijk allemaal ooit ergens moeten beginnen. Toch is het zo dat als je eenmaal de basis begrijpt een goede foto geen geval van geluk meer is, maar meer iets wat vaker goed dan mis gaat. Daarom wilden we jullie meenemen door de basisbeginselen van een goede foto.
Dit artikel is gemaakt voor iedereen die mooie reizen maakt, maar het net niet zo mooi op de foto krijgt als hoe je het beleeft. TRAVELMONSTER
Tijdlijn jaloezie
Je ziet al die prachtige foto’s op je tijdlijn. Foto’s waarbij je graag dezelfde ervaringen beleeft, en die je echt het gevoel geven dat je daar moet zijn. Lekker wegdromen bij prachtige plekjes op deze aarde.
Laten we er even vanuit gaan dat jij ook van reizen houdt en diezelfde ervaringen hebt. Je maakt toffe reizen, je beleeft geweldige ervaringen en je hebt heerlijke maaltijden op speciale plekjes over de hele wereld. Maar, je weet niet hoe je deze belevingen mooi op de foto moet krijgen. Laten we je meenemen op reis, om jouw fotografie te verbeteren. Of je nu met een smartphone, een pocket camera, of een systeemcamera foto’s maakt, de basis van fotografie is voor ieder camera hetzelfde.
Het vangen van licht
Laten we beginnen met waaruit een foto bestaat. Een foto wordt gemaakt met slechts 2 factoren; licht, en iets om dat licht op te vangen. Licht wordt op alles om ons heen gereflecteerd, en het is die reflectie, die wij opvangen met onze ogen, of onze camera. In de jonge jaren van fotografie, tot ongeveer 20 jaar geleden, werd licht gevangen op een stukje lichtgevoelig papier, of film. Daarna moest dit nog ontwikkeld worden tot een foto, in een darkroom. Echter niet de darkroom welke je ook in sommige nachtclubs vindt.. Tegenwoordig gebruiken we bijna exclusief sensoren om het licht op te vangen, waarna het vertaald wordt naar pixels wat we daarna kunnen bekijken op digitale schermen.
Het verschil tussen ons brein en de camera
Ons brein en camera’s, gebruiken hetzelfde concept om licht op te vangen. De lens en de sensor van de camera werken hetzelfde als onze ogen. Hoe we het beeld vervolgens zien, wordt automatisch door ons brein geregeld, of door de chip van de camera. Ons brein weet of het licht fel, of juist donker is, en weet de kleurtemperatuur van bijvoorbeeld kunstmatig licht, en vormt hiermee een beeld voor ons.
We zijn nog steeds slimmer dan de camera. Dus heb jij een grotere rol in het maken van een goede foto dan de camera! TRAVELMONSTER
De chip doet in de basis hetzelfde, echter is de chip van de camera niet zo slim als ons brein. Dus wanneer we de camera te allen tijden laten beslissen welke instellingen het beste zijn voor een situatie, zijn we vaak teleurgesteld in het resultaat. Onze camera weet niet waar hij naar kijkt, dus gebruikt hij de instellingen puur en alleen voor de volgens hem juiste belichting. Hij houdt er geen rekening mee of je een portret, een snel bewegend object of een landschap schiet, wat erg belangrijk is voor het resultaat van de foto. De camera software wordt met het jaar slimmer, en het probeert de situatie te herkennen, maar het blijft altijd het beste om de instellingen zelf te bepalen. Dit doen we in de Manuele stand van de camera.
De belichtingsdriehoek, is dat ingewikkeld?
In de Manuele stand nemen we de volledige controle over de camera. Om de volledige controle te hebben, moet je wel de belichtingsdriehoek kennen. De belichtingsdriehoek bestaat uit 3 variabelen zoals ‘driehoek’ doet vermoeden. Deze 3 variabelen zijn Diafragma, Sluitertijd en ISO. Deze 3 variabelen vormen samen een belichting.
Laten we als voorbeeld zeggen dat we de juiste instellingen in onze camera hebben staan, waarmee de foto juist belicht is. Wanneer we een variabel aanpassen, zal de belichting van de foto ook aanpassen. We zullen nu een ander variabel aan moeten passen om dit te corrigeren. Deze 3 variabelen vormen samen dus een balans. Om te weten welk variabel je aan moet passen in welke situatie, dan moeten we weten wat ieder variabel doet. Voor nu, geef ik een korte beschrijving van de 3, later zullen we ze stuk voor stuk uitgebreid behandelen.
Diafragma
Is eigenlijk als de pupil van onze ogen. Hoe dichter je het diafragma zet, hoe minder licht op de sensor valt, maar hoe groter de scherptediepte verhouding. Meer van de foto is hiermee in focus. Open je het diafragma, dan valt er méér licht op de sensor, maar krijg je een kleinere scherptediepte verhouding. Minder van de foto is hiermee in focus. Je kunt het bijvoorbeeld zien als een achthoekig raam dat naar buiten open gaat. Als je dit 1 cm ontsluit komt er niet veel licht binnen. Zet je het echter voor 50 cm open is je hele kamer verlicht.
Sluitertijd
Is hoe lang de sensor blootgesteld wordt aan het licht. Hoe sneller de sluitertijd, hoe minder licht er op de sensor valt, maar het bevriest daarmee ook beweging. Hoe langer de sluitertijd, hoe meer licht de sensor vangt, maar hoe meer beweging er te zien is op de foto. Hieronder zie je op basis van 1 seconde hoe lang de sluitertijd is. Waarbij de sluiter uiterst links dicht gaat in één vijfhonderdste van een seconde. Dat is behoorlijk snel, dus je foto is dan scherp aangezien er weinig beweging plaats zal vinden in die tijd. Helemaal rechts staat de sluiter een halve seconde open. In een halve seconde kunnen objecten zich behoorlijk bewegen. Ook zul je als fotograaf zelf waarschijnlijk wel wat bewegen in een halve seconde. Zelfs als je een steady hand hebt.
ISO
Is de gevoeligheid van de sensor of film, voor licht. Als je de standaard ISO van 100 pakt, is de sensor het minst gevoelig voor licht, maar zal je wel de beste kwaliteit foto maken. Hoe hoger de ISO, hoe gevoeliger de sensor is voor licht, maar hierdoor zal er ook ruis ontstaan op de foto, en zullen details verminderen. Je pixel is dan namelijk groter. Hoe groter de pixel hoe meer hij ook andere pixels overlapt en gaat aantasten.
Tips om het spelenderwijs te leren
Om deze variabelen te leren kennen, kun je een specifieke stand gebruiken op de camera. Vergeet de Manuele stand even, en zet je camera op een andere stand.
- De A of Av stand is voor Diafragma
- S of Tv voor Sluitertijd
- P voor Programma stand.
De laatste is gemaakt voor ISO, en wat meer flexibiliteit dan de Automatische stand. Met deze specifieke standen hoef je je enkel druk te maken om die enkele variabel. De camera doet de rest voor je.
De enige stand die je vanaf nu moet negeren, afplakken, verbannen, is de Automatische stand. Neem controle over je fotos, en wees vooral creatief! TRAVELMONSTER
Pro tip: Zet je camera op Automatische stand en maak een foto. Kijk naar de variabelen van de foto en probeer in te beelden wat beter zou werken voor de foto. Zet de camera vervolgens in de Manuele stand en probeer deze instellingen uit, zie wat er verandert.
Dit is een gastbijdrage van Ruud Schoenmakers. Hij is mijn jongere broer en heeft mij veel geleerd over fotografie aangezien hij al vele jaren een professionele en zeer getalenteerde fotograaf is. Hij is voornamelijk bezig met fashion, editorial en wedding fotografie. Je kunt zijn werk bekijken op www.ruudschoenmakers.com
E : [email protected]
T : +31 6 22 66 55 73
A : Lennondreef 40, 5012 AT Tilburg